Profiel van de stad Utrecht uit het westen gezien, met links de Leidsche Vaart en op de voorgrond een van de moesgrachten van de westelijke stadsuitbreiding van het plan Moreelse.
Anonieme prent uit het midden van de 18de eeuwAan de zuidwestkant van de stad lag een groot tuinbouwgebied. Dat was met de stad verbonden door middel van een grachtenstelsel.
De binnenste gracht, de Herengracht, lag tussen de Leidsche Vaart en de Vaartse Rijn. Parallel aan de Herengracht lagen de Bloemgracht (de middelste) en de Blekersgracht. De Mariagracht doorsneed die drie grachten en kwam op de stadsbuitengracht uit, bij het Mariawaterpoortje.
Gezicht op de Mariagracht te Utrecht uit het westen, met aan weerszijden een dubbele bomenrij en aan het eind de stadsmuur met het Mariawaterpoortje (1765)
Collectie Het Utrechts Archief (catalogusnummer 35502)De Herengracht werd rond 1866 gedempt voor de aanleg van spoorwegen. De Bloemgracht werd daarbij verbreed en Kruisvaart genoemd.
Van de drie moesgrachten lag de Blekersgracht naast de tegenwoordige Croeselaan. Het werd in 1931 gedempt.
Croeselaan ter hoogte van de Tesselschadestraat in 1931. Met gracht en links de inmiddels opgeheven trambaan.
Gezicht op de Moesgracht naast de Croeselaan (links) te Utrecht, uit het zuidoosten; rechts enkele huizen aan de Vondelkade; geheel rechts de ingang van de Tesselschadestraat.
N.B. De straatnaam Vondelkade (oostelijke helft van de Croeselaan tussen de Jacob Catsstraat en de Roemer Visscherkade) is in 1932 gewijzigd in Croeselaan. De Roemer Visscherkade is in 1931 gewijzigd in Vondellaan.
Collectie Het Utrechts Archief (catalogusnummer 41817)